Back to Home

Heerlijke Geuren

Toen de man zijn ogen opende, zag hij niks. Maar rook van alles. Lekkere dingen. Pasta, een stukje vlees. Kruiden. Zijn hoofd was zwaar, zijn tong als een droge lap in zijn mond. Er zat een korstje op zijn lip en een tand wiebelde. Alsof hij los zat. Op het moment dat hij zijn arm wil optillen om aan de tand te voelen, gebeurde er niets. Zijn handen zaten vastgebonden aan de stoel. Ergens in het donker spetterde boter in een pan.

De Brief

Beste mijnheer De W.,

Hoe lang heeft u zich gestoord aan de hond van uw buren? Een dag, maand, of een jaar misschien? Was het blaffen, of krabbelen onder de schutting? Ik heb een praatje gemaakt met het ontroostbare baasje. Zij vertelde dat u altijd vriendelijk was en haar hond regelmatig een aai gaf. Dat u antwoordde dat u geen last had van haar hond, dat hij zelden blafte. Waarom loog u? Of had u eigenlijk helemaal geen last van haar hond, en bent u gewoon een naar, ziek en sadistisch mens?

Dat denk ik namelijk.

Alleen nare, zieke en sadistische mensen maken zoveel werk van het mengen van gif in een maaltijd voor een hond. Alleen nare, zieke en sadistische mensen aaien een hond over zijn kop, geven een krabbel achter de oren en voeren dan een gehaktbal met rattengif en spijkers.

Mijnheer De W., u krijgt wat u verdiend. Ik kom u halen voor een etentje. Maakt u zich maar geen zorgen over uw agenda. Ik zorg ervoor dat het past.

Vriendelijke groet,

Dr. Death

Eet Smakelijk

Er flitst een lamp aan en er wordt met de stoel geschoven. Even knippert mijnheer De W. met zijn ogen. Hij is blijkbaar weer even weggedommeld. “Aan tafel!” roept de stem achter hem. Het is een bekende stem, het is de stem van de man die hem kwam halen. En de man die hem kwam halen, is ook de man die hem uitnodigde voor een etentje.

De stoel wordt aangeschoven. Voor hem staat een tafeltje. Een bord, een keurige servet en een mes en vork. Glas met rode wijn op de hoek. Het bestek blinkt, lijkt wel net gepoetst. De man van de brief en de bus ziet er vrolijk uit, hij heeft een geruit schort -rood met witte blokjes- voor en zijn haar zit wild. Een brede glimlach om zijn lippen en in zijn hand een grote koekenpan. “Risotto…! Dat lust u toch wel?” Met een elegante zwaai schept hij een grote lepel risotto uit de pan, en legt een keurige portie op het bord. “Ik maak nu uw handen los, maar; wees gerust. Ik zet ook een klein pistool op uw hoofd. Bij de eerste beweging die mij niet aanstaat, maak ik van uw hersens een mooie garnituur.”

Mijnheer De W. slikt. Tong is nog steeds droog. “Mag ik..?” stamelt hij en wijst op het glas wijn. Tegen zijn achterhoofd voelt hij de koude loop van het pistool. “Natuurlijk,” zegt de man. Hij pakt een extra stoel terwijl hij het pistool op mijnheer De W. gericht houdt. Langzaam brengt De W. het glas naar zijn mond. Een heerlijk Barolo prikkelt zijn tong. Lichtzuur glijdt de wijn door zijn keel en maakt zijn buik warm. Met een trillende hand zet hij het glas neer en pakt de glimmende lepel. “Eet smakelijk,” zegt de man naast hem. Mijnheer De W. begint te eten. Tot zijn verbazing smaakt het allemaal ontzettend goed. Als het bord leeg is, reikt de man naast hem het servet aan. “Voor uw mondhoeken. Anders sterft u zo vies.” Als de stoel wordt verschoven ziet mijnheer De W. dat de tafel op een groot stuk bouwzeil staat. Net als zijn stoel. Hij voelt het eten omhoog komen en slikt het weg. Zijn maag doet pijn.

“Wat u voelt is het rattengif dat begint te werken. Het bevat anticoagulantia. Dat zorgt ervoor dat uw bloed niet meer stolt. U zult niet heel erg in paniek raken omdat ook de bloedtoevoer naar uw hersenen minder wordt en u dus niet heel bewust ervaart dat u van binnen langzaam volloopt met bloed.” De man is stil en legt zijn hand op de schouder van mijnheer De W., die inmiddels voor zich uit staart en wit wegtrekt. De lippen van mijnheer De W. bewegen, alsof hij nog iets wil zeggen. “Niet proberen te praten, mijnheer De W., ik ben nu aan het woord en ik spreek voor de hond die u vergiftigde. Kunt u zich voorstellen hoe de hond -ik zal hem voor het gemak bij zijn naam noemen- Sylvester, zich voelde? Nadat u hem zo vaak aanhaalde over de schutting. Zijn vertrouwen won. Hoe leuk hij u vond en vaak een snoepje bij u haalde? Hoe hij kwispelde? En hoe hij -zonder te begrijpen wat er met hem gebeurde- alleen in zijn tuin stierf, nadat u hem een gehaktbal met rattenkorrels gaf? Begrijpt u het nu een beetje?”

Bloed borrelt op tussen de halfopen lippen van mijnheer De W., zijn hoofd zakt op zijn schouders en zijn armen hangen slap langs de stoel. De vork valt -als in slowmotion- uit zijn samengeknepen vingers die een beweging maken als een naar lucht happende vis. Open en dicht, open en dicht.

De man gaat door. “Nu bent u bijna dood, tenminste; al uw organen lopen leeg en u bent alleen nog maar een zak huid, botten. Gevuld met bloed. En een beetje bewustzijn. Straks droogt uw lichaam van binnen uit. Dan gaat u niet stinken. Ik houd niet van stank. Daarna bind ik uw lichaam aan een zak met stenen en gooi ik u in de Waal. Misschien komt u over een tijdje bovendrijven, misschien wordt u vermalen door de schroef van een schip. Ik weet het niet. Het leven kan raar lopen.”

Het lichaam van mijnheer De W. zakt nu van de stoel. De man schuift de stoel weg en zet de tafel aan de kant. Hij pakt de vier punten van het zeil vast en rolt het lichaam van mijnheer De W. in het zeil. Alleen het hoofd met de grote, uitpuilende ogen steekt nog uit het plastic. In de mondhoek zit een stukje Parmezaanse kaas. De man -Dr Death- haalt een spierwit servet uit zijn zak, met het puntje veegt hij de kaas weg. Dan klopt hij zijn handen aan zijn broek af, en maakt het plastic dicht met een stuk duct-tape.

Note van de schrijfster:

wat zou er gebeuren als iemand alles waarmaakt, wat dierenvrienden de dierenbeulen toewensen? Willen wij zo’n oog om oog, tand om tand maatschappij?

Ik zet je aan het denken. Dr Death zet je aan het denken. Lees zijn verhaal. In mijn nieuwe boek.

Recent Comments

Leave a Reply