Back to Home

De Nachtjasmijn

Nachtjasmijn

 

Het was een dag als alle anderen, tenminste; daar leek het op toen ik opstond. Lente was het. De eerste merels floten en er kwam een roze-oranje zon op in de verte. De blaadjes aan de bomen hadden nog die frisgroene kleur die je alleen eind april en begin mei ziet. Toen ik de achterdeur openzette om een sigaretje in de tuin te roken, vermengde tabak zich met de geur van de Cestrum Nocturum, oftewel de zoete, bijna bedwelmende geur van de nachtjasmijn. Ik heb altijd van deze geur gehouden, maar nu herinnert ze mij teveel aan deze ochtend. De ochtend die begon als alle anderen en waarvan ik vaak heb gewenst dat ik hem opnieuw kon laten beginnen. Gewoon. Nog een keer terug en ervoor kiezen om een andere weg te nemen. 

 

Ik pakte je riem en floot tussen mijn tanden, en ik zag hoe je van de bank sprong, ik hoorde je poten trippelen op de houten vloer en je zachte oren streelden mijn been. Ik voel nog steeds die fluweelzachte oren precies zoals toen door mijn satijnen pyjamabroek. Want zo vroeg in de ochtend had ik nooit zin om mij aan te kleden. De wereld was van ons, voordat ze ontwaakte.

 

We liepen de dijk uit langs de boomgaarden en –zoals elke ochtend– klikte ik halverwege op een rustig stuk je riem los zodat je even kon rennen. Je huppelde als een ree door het lange gras. Even sprong je tegen me op, natte poten op mijn dunne broek en een koude neus tegen het blote stukje van mijn buik. Hoe kon ik weten dat het de laatste keer was dat ik jouw adem op mijn huid voelde? Je hoorde hijgen van inspanning en dat ik mijn pyjamabroek nooit meer wilde wassen omdat jouw laatste pootafdruk erop stond? 

 

Opeens was daar die haas, prachtig dier. Lange oren gespitst, de voorpootjes in de lucht. Bruine ogen die in hun kassen schieten. De haas nam het hazenpad, en jij ging erachteraan. Takken werden aan de kant gerukt, gras platgestampt en terwijl ik achter jullie aanholde zag ik hoe het gevaar naderde, en mijn hart begon te bonken terwijl angst een scherpe pijn op mijn borst drukte. De auto kwam met hoge snelheid over de landweg aan gescheurd, en minderde geen vaart voor de haas. Maar ook niet voor jou. 

 

De haas vloog voor de wielen langs, en toen was er een klap. Een gil, of ik het zelf was of jij, dat weet ik niet meer. Ik verwachtte ergens dat ik het piepen van remmen zou horen, maar na de klap en de gil bleef het angstaanjagend stil. Rode achterlichten verdwenen in de verte. Ik schreeuwde je naam, ik schreeuwde het uit van angst, schrik en pijn. Ik rende zo hard als ik kon, maar wist dat het te laat was toen ik je zag liggen. Je mooie kop in een vreemde hoek op je lichaam, een poot onder je buik gevouwen en een stroompje bloed uit je oogkas. Ik pakte je prachtig hoofd, streelde je oren en een grote rode vlek verspreidde zich over mijn kleding. Jouw borstkas die snel op en neer ging, je ogen die de mijne zochten en zeiden dat ze er niks meer van begrepen. Je snapte niet wat er gebeurd was. Bellen of roepen om hulp had geen zin meer, het enige wat ik kon doen was je vasthouden en vertellen hoe veel ik van je hield. Dat het goed was. Dat het een ongeluk was. Terwijl ik je vasthield en huilde keek de haas toe, hij stond een meter of 5 van ons af. Oren in de nek, bruine ogen groot als schoteltjes. Het jaagspel was afgelopen, hij had gewonnen op een oneerlijke manier.  

 

Het was helemaal licht geworden toen de dames van de Dierenambulance jouw levenloze lichaam op een brancard de bus inschoven. Ik voelde een arm om mij heen, ik weet dat ik aan één stuk doorratelde. Ik kon niet meer stoppen met vertellen hoe fantastisch jij was, en hoe oneerlijk het was dat de automobilist –gewoon doorreed op weg naar het werk of wat dan ook – gewoon op weg naar het leven. Terwijl dat van jou eindigde en het mijne voor altijd veranderde. 

 

Ik heb je begraven onder de Nachtjasmijn en als april en mei naderen dringt de zoete geur mijn huis binnen, en voel ik dat je er bent. Je bent er altijd, maar net even meer als de frisse ochtenden in de lente weer naderen. Dan denk ik weer aan jouw zachte oren en je natte neus. Aan de pyjama in de lade, helemaal ver weg in de kast. De rode vlek is roestbruin, de pootafdrukken zijn bijna verdwenen. Maar jouw aanwezigheid blijft altijd in mijn hart.

 

 

Grijpt de manier van schrijven van Eveline jou aan? Koop dan nu het boek De Hondenvechter en laat je meeslepen in dit aangrijpende op waarheid beruste verhaal.

€ 12,95 – Koop het boek

€ 2,00 – Koop het E-book De verhalenbundel Door pootjes gedrukt

Leave a Reply