Back to Home

De Bewaakster

De Bewaakster van de Dieren haalde haar handen door haar vlammende haren, schudde het los en liet alle mooie dromen naar beneden vallen.

De zon gaat onder en de wereld kleurt rood, oranje en roze. Paarse strepen doorkruisen de hemel. De nacht waar de eerste sterren al beginnen te fonkelen als diamanten in het donkerste gesteente van de zwarte aarde. Onaangeroerd door mensenhanden, verborgen in de duisternis. De fuut laat haar laatste kreten horen, het koele water van het meertje wordt rimpelloos, strak en diepzwart. Ze spiegelt de nacht met haar prachtige kleuren, en straalt de weerkaatsing van de sterren terug. Naar boven. Naar de hemel. En de Bewaakster van de Dieren straalt terug, met een glimlach om haar lippen.

Naast haar mama ligt het lammetje rustig te slapen, vredig. De ogen licht gesloten en het buikje gevuld. Met warme melk van haar mama en een plukje gras dat ze vandaag voor het eerst proefde. Ergens ritselt een muis in het stro en de Koe zucht diep en vredig. De paarden zijn gestopt met grazen en slapen onder de heldere hemel. En ergens, daar boven kijkt de Bewaakster op hun slapende lichamen neer. En geniet. Stilletjes.

Ze geniet van de honden die stiekem op de bank zijn gekropen en van de poezen in hun mand. De zachte, pasgeboren dieren tegen de warmte van hun moeders’ hart. Zacht trappelend tegen hun broertjes en zussen en ademend op het ritme van de vele hartslagen in het nest. Een pup op het voeteneind van het bed, het kind dat haar vingers op de grote kater laat rusten, ademhalingen in vachten, neuzen die kriebelen. Een kindervoet en een hondenpoot.

Stallen met stro, hokken met zaagsel, snel gegraven holletjes. Warmte, rust, mooie dromen. Dat is wat de Bewaakster ziet.

Dan wordt haar aandacht door iets bijzonders getrokken, en ze duwt nieuwsgierig een wolk opzij. Zachtjes daalt ze af naar beneden, er is niemand die het ziet. Heel stilletjes sluipt ze het huis binnen en gaat zitten, naast de mand.

Daar ligt de oude hond te slapen, hij snurkt een klein beetje. Zijn ademhaling gaat heel langzaam, alsof zijn leven tot stilstand komt. En dat is precies waarvoor De Bewaakster komt. Ze drukt voorzichtig haar lippen op zijn hoofd en kijkt wat er gebeurd;

Het leven ontvouwd zich.

De pup drinkt bij zijn moeder, verkent voor het eerst de wereld. Hij speelt met een dennenappel in de tuin. Kleine pootjes die een hondenlichaam dragen, snel als water en ondeugend als een kind. De jonge hond ligt op schoot en dan loopt hij buiten. Er is gejuich als hij zijn eerste plas doet. Een rode bal rolt voorbij en botst tegen een mand, maar die verdwijnt heel snel weer. De hond ligt op de bank, begraaft zijn neus in de kussens. Dan is er de zee, het geruis van de golven. Zout water in zijn mond. Zon op zijn vacht. De smaak van een zoetzure appel. Een mensengezicht, aaiende handen. Stemmen die zijn naam roepen. De staart die kwispelt.

De beste herinneringen van de oude hond.

De Bewaakster kust het oude, grijze hoofd en streelt zachtjes de dove oren. Laat haar duim over de droge neus glijden en drukt haar hand over de gesloten ogen. Ze brengt haar lippen opnieuw naar de oude oren, en fluistert iets in een geheimzinnige taal. De lippen van de oude hond krullen om in iets dat op een glimlach lijkt.

En de ademhaling stopt.

Een lichte, bijna doorschijnende geest, maar zich los van het oude lijf. De ogen zijn bruin en helder, de vacht is glanzend en diepzwart in plaats van grijs. De oude (maar nu weer jonge!) hond, kijkt De Bewaakster vragend aan. Ze knikt. “Maar wel snel”, zegt ze zonder te spreken. De hond rent de trap op naar boven, en loopt dwars door de kamerdeur. Daar ligt het kind te slapen, een knuffel in het knuistje gekneld. De hond springt op het bed, en legt voorzichtig zijn kop naast het kind. Er vormt zich een traan in de ooghoek van de hond, en als hij opstaat druppelt hij op de mollige, roze wang.

Ze wenkt. Het is tijd. De zon komt weer op en ze hebben nog werk te doen. Er zijn veel dieren die wachten! Nog één keer kijkt de hond om, en volgt dan De Bewaakster. En terwijl de zon opkomt en de hemel in de verte alweer oranje kleurt, wandelt de hond omhoog langs de sterren en de zwarte nacht. De wind in zijn vacht, de koele lucht langs zijn neus, poten die geen grond meer raken. Zijn oude lichaam op de wereld achterlatend -hij kijkt niet meer om- hij gaat verder.

En soms als het kind wakker ligt, denkend aan zijn hond die hem verliet. Dan fonkelt er ergens een ster in de zwarte nacht. Dan kriebelt er een traan op de mollige wang, en dan weet hij;

Alle honden gaan naar de Hemel.

Grijpt de manier van schrijven van Eveline jou aan?
Koop dan nu het boek De Hondenvechter en laat je meeslepen in dit aangrijpende op waarheid beruste verhaal.

€ 12,95 – Koop het boek

€ 2,00 – Koop het E-book De verhalenbundel Door pootjes gedrukt

Leave a Reply