Back to Home

Cote D’Asiel

Het is hier fantastisch!

-groeten uit het Cote D’Asiel-

Het is hier fantastisch. Echt. Geweldig. Er is ruimte, aandacht. Ik krijg eten. Ik hoef de hele dag praktisch niets te doen. Beetje liggen, blaffen als er iemand langskomt. Soms heb ik niet eens zin om te blaffen. Dan blijf ik gewoon lekker liggen op mijn bed.

Er zijn er veel hoor, schijnt het hoogseizoen te zijn. Nou ja, te zijn, het hoogseizoen moet het nog worden. Dat begint rond juli ongeveer. Dan zijn de kamers niet aan te slepen. Het voer ook niet. Niet dat je in het hoogseizoen meer moet betalen, nee, gewoon hetzelfde tarief.

Sommigen vinden het teveel, dat tarief. Die gooien er een weekje survival of dropping tegenaan. Dan wordt je ergens afgezet en mag je het zelf uitzoeken. Kan heel spannend zijn. Vooral als je jezelf eerst moet los zien te krijgen van een boom, of fietsenrek. Of een paaltje in het park. Als je dat voor elkaar hebt, dan volgt er een soort survival-jacht. Eerst klap je uit elkaar van blijdschap dat je los bent, en vervolgens klap je uit elkaar van angst omdat je niet weet waar je bent en waar je Baas is. En er zijn dan mensen die zich met je willen bemoeien. Die rennen achter je aan met hun telefoon aan hun oor, schreeuwend of juist blij. De ene probeert je om te kopen met eten en een ander gooit bakstenen naar je kop. Heel verwarrend. De meest avontuurlijke verhalen zijn toch die van de bossen en bomen. Mijn buurman -die heeft een trauma- heeft zeker 8 minuten achter de auto van zijn baas aangerend voor hij het opgaf. Was een conditietest. Alleen kwam de auto met de baas niet meer terug en heeft hij 3 dagen door het bos gezworven en het overleefd door dode dieren te eten. Zelf vangen lukte nog niet. En er stond werkelijk nergens een bak met brokjes of een bak water.

Nee, het is hier prima vertoeven. Ik klaag niet.

Ik hoefde niet te survivallen, ik werd hier gewoon keurig over het hek gezet. Deed wel even pijn, dat wel. Poot gebroken, kop flink gestoten. Ik zie ze nog zwaaien aan de andere kant van het hek. Ik drukte mijn neus tegen het gaas en piepte van de pijn. Niet alleen vanwege mijn poot, maar ook omdat afscheid nemen zeer doet. Alleen leek het niet helemaal wederzijds te zijn. Ze keken niet meer om toen ze de auto instapten.

Afijn.

Het kan een week duren, een maand. Soms een half jaar. Maar het vakantieseizoen gaat vanzelf weer voorbij en dan komen ze terug. Ik hoor vaak dat je dan nieuwe baasjes krijgt. Die beloven dan dat ze nooit op vakantie gaan zonder jou. Gelukkig maar.

Het is dat ik geen duimen heb, anders zou ik duimen dat het vakantieseizoen snel voorbij was.

Maar ik ben blij dat ik hier ben. Met mensen die mij geruststellen, lief vinden en eten geven.

Groetjes uit het Cote D’Asiel!

PS; het is hier nu 12 graden en de lunch komt rond 12.uur!

Leave a Reply